De trap in vorm 0

de trap in vorm

Iets in het huis wordt zoveel belopen als de trap. Veel meer dan we eigenlijk denken. Maken we een klein rekensommetje, ervan uitgaande dat je per dag gemiddeld 10 keer per dag de trap in je huis op- en afloopt, dan wordt je trap door jou alleen al ruim 3600 keer belopen in een jaar. En dan hebben we dus nog niet de medebewoners meegerekend! Het is dan ook niet zo gek, dat steeds meer mensen aandacht besteden aan het uiterlijk van de trap.

Trappen zijn te verkrijgen in vele verschillende materialen. Hout komt het meest voor, omdat het relatief voordelig is. Maar er zijn zoveel andere, spannende materialen waar je voor kunt kiezen. Materialen als staal, glas en natuursteen zijn duurder en minder voor de hand liggend. Juist dat maakt ze echter het overwegen meer dan waard.

In dit artikel gaan we wat meer in op de vorm van de trap. In principe zijn er twee soorten trappen te onderscheiden; rechte, oftewel steektrappen, en draaitrappen.

Steektrappen

Een oude, maar nog steeds juiste wiskundige stelling zegt: de kortste weg tussen twee punten is een rechte lijn. En daarmee hebben we gelijk het principe van de steektrap te pakken.

Een steektrap loopt in een rechte lijn van verdieping A naar verdieping B. Als een steektrap omwille van ruimte of esthetiek onderbroken wordt, waarbij halverwege de trap een plateau wordt gevormd, spreken we over een bordestrap. Een bordes heeft meestal de oppervlakte van vier à vijf treden.

Waren trappen tot voor kort vrijwel altijd gesloten uitgevoerd, dat wil zeggen met een stootbord (of tegentrede), tegenwoordig mag het allemaal wat luchtiger, en zien we weer meer open trappen. Trappen waarbij je dus tussen de treden kunt doorkijken. Hierdoor wordt de trap een stuk minder massief en krijgt licht de kans om haar spel te spelen.

Trekken we dit tot in het extreme door, dan komen we bij de zwevende trap. Slechts aan één zijde verankerd in de wand, geeft deze trap het ultieme gevoel van ruimte en minimalisme.

Draaitrap

De draaitrap kent ook verschillende verschijningsvormen. Zeker als je van een iets klassieker interieur houdt, kan een draaitrap een prachtig pronkstuk in je interieur worden.

Het bekendst is de spiltrap. Deze, vaak wat krapper uitgevoerde, trappen draaien om hun eigen as en kunnen zo op relatief weinig oppervlakte toch een behoorlijk hoogteverschil overbruggen. Ideaal dus voor onze krappe Nederlandse hallen, of wanneer de trap in je huiskamer uitkomt en je niet teveel ruimte wilt verliezen.

Als een trap niet volledig om zijn eigen as draait, hebben we het over de kwartdraaitrap. Zulke trappen zijn weer onder te verdelen in een kwartdraai in, als de draaiing gelijk beneden zit, of een kwartdraai uit, als de draaiing zich bovenaan bevindt.

Optrede, aantrede en luiheid

Nog even wat trappenterminologie: de optrede is de hoogte, oftewel het verticale verschil, van tree tot tree.

Als we het hebben over aantrede, dan bedoelen we de afstand van het begin van de trede tot aan het stootbord, ofwel de horizontale diepte van de trede. Deze twee maten zijn van wezenlijk belang bij ieder trappenontwerp. Verkeerde verhoudingen zorgen voor oncomfortabele situaties tijdens het traplopen. Sjoemelen kan hier dus niet.

Met de luiheid van een trap wordt de verhouding tussen de breedte en de hoogte van een trap aangegeven. Hoe luier, hoe makkelijker te belopen. Tenminste, tot op zekere hoogte. Te lui is namelijk ook niet goed; op zo’n trap voelt het – heel onnatuurlijk – alsof je af en toe op een trede een tussenstapje moet maken.

Het meest comfortabel zijn trappen met een optrede die rond de 18 centimeter ligt, terwijl de aantrede grofweg rond de 29 centimeter ligt.

Dat zijn de enige wetmatigheden, voor de rest ben je vrij om je fantasie te laten gaan en de trap te creëren die het beste bij je smaak en interieur past.

Previous ArticleNext Article

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Inline
Inline